“Had ik maar een muts meegenomen..”. Dat zei ik gisteren bij mijn alweer negende verblijf in Amsterdam. Het was weer heel koud deze keer – en die behoefte aan een muts had ik voor het laatst bij de eerste ronde van deze serie: 9 maart! Ja, toen was het écht heel koud. Nu was het relatief koud, vergeleken met de afgelopen weken. En kouder dan bij mij in het oosten. Maar wat is dat, waarom voelt het zoveel kouder in Amsterdam? Gek genoeg staan de bollen en planten in de (gevel-)tuintjes daar juist veel vroeger in bloei dan hier in het oosten! Zeeklimaat en landklimaat; het zeeklimaat is milder, hoewel het maar zo’n 100 km weg ligt. En van die microklimaatjes tegen de gevels en in beschutte hoekjes, dat scheelt natuurlijk ook. Wat dan het verschil maakt? De wind, denk ik! het waait harder in Amsterdam en toevallig was de wind nu ook vooral uit het noorden. En in de stad komt die wind ook, tussen de gebouwen door, vaak op een akelige manier op je hoofd.
Maakt natuurlijk ook uit wat je doet: in Amsterdam ben ik veel onderweg, naar een voorstelling of een tentoonstelling, voor een stadswandeling, wachten op een tram..
Deze keer ging ik voor de Springsnow wandeling: ter gelegenheid van het uitvallen van de iepen is er een wandeling uitgeschreven om dit verschijnsel te bestuderen. Het Springsnow Festival begint al op 21 april – maar toen was er nog helemaal geen spoor van iepensneeuw, dus ik heb even een paar weken gewacht. En ja, nu is het er! Dé test: het halletje achter de voordeur in het appartementencomplex van mijn zoon. Daar staan iepen voor de deur, en het sneeuwt nu op de stoep, en je loopt het naar binnen in het halletje.
De route loopt van Eye in Noord naar de Hortus Botanicus; ik liep hem in omgekeerde volgorde omdat ik aansluitend wel in Eye naar een film wou gaan. En natuurlijk is er behalve iepensneeuw nog veel meer te zien op zo’n route!

Te beginnen al bij de Hortus: het aanbod aan plantjes had ik niet verwacht.
Dan de buurt: Hier woonden ooit veel Joden; met nu alle herinneringsplaatsen.





De Schaduwkade. De Dokwerker waar groepen belangstellenden verteld wordt over de betekenis van dit monument. Monument Joods Verzet bij de Stopera; Spinoza op het Waterlooplein, met een tekst die gaat over de Staat die de vrijheid van de burger moet garanderen. Er hangt een burger zodanig over de tekst van het monument dat ik die niet heb kunnen fotograferen.. gelukkig is Spinoza ook online beschikbaar.

En op de route tref ik daarna FOAM waar net een tentoonstelling is geopend over de verborgen – want verboden – camera in de Hongerwinter.
Het Amstelveld is toch wel heel charmant; zo midden in de stad een ruim plein om te spelen, wél met mooie oude bomen, maar aan de buitenkant; de bewoners hebben tafels voor hun huizen gezet en er is een leuk klein café.


Onderweg tref ik veel bijzondere huizen en objecten: een lantaren op de Blauwbrug, het huis ‘De Vergulde Arend’ met boven de kelder ernaast ‘De Blauwe Arend’; een huis met een ooievaar op de hoek van de Reguliersgracht, een prachtig pand aan de overkant van de Amstel, een vlonder met wilde planten in de Kloveniersburgwal..






Voordat ik bij de pont kom: het Scheepvaarthuis! Het eerste gebouw dat onder de noemer Totaalkunstwerk viel. Een samenwerkingsproject van architecten, bouwers en kunstenaars. Nu is het een hotel.


En onderweg steeds weer die sneeuw..




De pont over het IJ is altijd fijn; even uitwaaien en een andere wereld in. Er vaart eerst even een tankschip voorbij.

De Iepenroute brengt me nog een stukje verder naar het noorden en ineens loop ik in de Tolhuistuin! De Torteltuin is er niks bij..



Bij het verlaten van de Tolhuistuin aan de kant van het IJ steekt er iemand over – een eekhoorn, is mijn eerste associatie. Maar het is toch echt een rat. Och..
En uiteindelijk beland ik dan toch in Eye, voor lunch en het bekijken van Hiroshima Mon Amour, met een klein publiek in een grote zaal. Stil van..
Wordt vervolgd; in tamelijk willekeurige volgorde. Maar deze wou ik nú even kwijt want die iepensneeuw, dat duurt nog maar kort.