“You don’t think about passengers at all! ” schreeuwde hij bijna. De eerste van twee dagen staking in de Londense Underground. Net die dagen was ik in Londen. 5 Februari “een chaotische ochtendspits”. Daar had ik even op gewacht.
Die middag regende het. Ik was in Greenwich en ik wilde naar Tate Modern, ergens aan de zuid-oever van de Theems. London Bridge? Waterloo? Een goede optie was bus 188 naar Russell Square, want die kwam aardig in de buurt. Daar was hij dan, na een kwartiertje. 188. Standaard omroep bij elke halte: this is bus 188 to Russell Square. Maar na een tijdje viel het me op: ze zei iets anders.. Canadawaters. lag buiten mijn kaartje en buiten mijn bevattingsvermogen – totdat de hele bus werd leeggeflikkerd bij het busstation Canada Waters, ergens in Zuid Londen. Daar sta je dan. En Tate Modern sluit om 6 uur, dus het begint onderhand spannend te worden. “Waar is de halte van 188 naar Russell Square?” Daar ergens! Aan de overkant stopt een bus met het hoopgevende opschrift London Bridge. Ik tuin er met open ogen in; na twee haltes realiseer ik me dat die niet de goede kant op gaat. Hij komt van London Bridge. Met een afwijkend lusje, dus mijn richtingsgevoel had me niet helemaal bedrogen. Uitgestapt in the middle of nowhere, voorzover dat mogelijk is in de bebouwde kom van Londen. Zoekzoek… Daar komt een nieuwe optie: 381 naar Waterloo. Dat is aantrekkelijk! Maar inmiddels gewaarschuwd, vraag ik de chauffeur of hij echt naar Waterloo gaat.
Ai! Dat bleek net het onderwerp van de heftige discussie waarin de held van dit verhaal was verwikkeld met het kantoor van de busmaatschappij. Samen met een andere gegadigde hoor ik het aan: “NO! I don’t go anywhere else. Not again! Jullie zitten daar maar op kantoor de boel te dirigeren en je denkt helemaal niet aan de passagiers! Die worden rondgejorist en ze willen gewoon naar huis ofzo! IK GA NU NAAR WATERLOO !!
Dat leverde hem een bescheiden applaus op van degenen die het gehoord hadden, en de andere passagiers bleven in aangename onwetendheid van het noodlot dat ze bijna weer had getroffen. Mensen op weg naar ik weet niet wat (ik dus, pure luxe, naar Tate Modern), veel schoolkinderen in uniform, wat ik een bijzondere ervaring vond, en ergens ook sympathiek. Zo tegen half 5 stapte ik toch maar uit bij City Hall; dan was het nog een overzichtelijke wandeling naar Tate Modern. Ik genoot daar nog een uurtje van het gebouw en van de tentoonstellingen http://www.tate.org.uk/whats-on/tate-modern/display/tate-modern-displays/displays-introduction/level-2-poetry-and-dream . Helaas te weinig tijd voor de expositie van Paul Klee en de Turbine Hall is wegens verbouwing gesloten dus geen groot spektakel. Na sluitingstijd (18.00) liep ik in de storm over de Millennium Bridge naar de andere kant, met St Paul’s als baken. .
Zoveel mooie dingen gezien, die paar dagen in Londen. Maar wat me het meest bij zal blijven is die buschauffeur, type Prem Radhakishun, die als dienstverlener zag waar het om gaat: de klant. Ik vraag me af of hij een douw krijgt of dat hij ten voorbeeld wordt gesteld aan al zijn collega’s omdat hij in essentie de missie van het bedrijf heeft behartigd…
Dit is volgens mij het belangrijkste probleem in de grote organisaties van nu. Gaat het er, in de Front Office, echt om de prestatie of wordt er in de praktijk afgerekend op blinde gehoorzaamheid aan het Systeem?