.. en volgens onze gids is dat nogal arbitrair.
Wanneer begon precies de Amsterdamse School? Een paar architecten en vormgevers kenden en waardeerden elkaar; toen een van hen een opdracht kreeg voor het Scheepvaarthuis vroeg hij zijn verwante zielen om het samen te doen. Zo werd het Scheepvaarthuis (1916) een Gesamtkunstwerk en omdat het voor niemand duidelijk was hoe ze dat qua stijl moesten indelen verzon iemand de term Amsterdamse School. En die bestaat nu dus 100 jaar.
Om dat te vieren is er een uitgebreid programma met een tentoonstelling in het Stedelijk Museum, maar ook met speciale aandacht in het museum Het Schip en een reeks bus-excursies langs de hoogtepunten van de Amsterdamse School.
Op zaterdag 30 april maakte ik die excursie.Ik kreeg een goed beeld van de uitingen maar ook van de achterliggende beginselen. De Woningwet van 1901, waarin voor het eerst eisen werden gesteld aan de kwaliteit van de (arbeiders-)woning. Het socialisme, Wibaut als bevlogen wethouder die op onopvallende wijze grond aankocht (speculatie voorkomen..) en die grond ter beschikking stelde aan de woningbouwverenigingen, die ook een bredere maatschappelijke rol hadden. De verheffing van de arbeider. In het wijkje van De Dageraad stond een gebouw met een torentje. De socialisten waren atheïst. Het torentje bekroonde de Leeszaal, waar men kennis kon vergaren. Het alternatief voor de religie…
De ontmoetingsplaats was het Museum Het Schip, Spaarndammerbuurt. In de Spaarndammerbuurt waren al twee blokken volgens ongeveer dezelfde principes gebouwd, maar de grond voor Het Schip was door Wibaut aangekocht en architect Michel de Klerk kreeg expliciet een paar opdrachten mee. Zoals dat er een postkantoor moest komen. Tot dan toe werd het loon uitbetaald in de kroeg. Wibaut vond dat geen goed idee. Maak een postkantoor en een GemeenteGiro.. dan kunnen mensen op een neutrale plaats hun geld ophalen, en ook sparen, brieven versturen, zelfs ook telefoneren…
Telefooncel met geluiddichte dubbele deur en glas in lood … met ‘luistervinken’
Het hele blok werd ontworpen met verwijzingen naar de eigen omgeving; de Houthaven waar veel van de toekomstige bewoners werkten: golven en golfjes, een hele boom als markering langs de zuidgevel, de toren boven het postkantoor die meer de stoompijp is van het schip… en dan toch weer niet. Kenmerkend voor de stijl van de Amsterdamse School: het metselwerk! Baksteen in verschillende, bewust gekozen kleuren, metselverbanden die bepaalde lijnen accentueren zoals lengte, of een golf; veel rondingen, naar beneden doorgetrokken pannendaken, bijzondere erkers, balkonnetjes, raampartijen met ladder..
Overigens is de benaming Het Schip in de volksmond ontstaan, het is geen officiële naam. Op een andere hoek van het blok Het Schip treffen we de ‘sigaar’. Niet symmetrisch.. maar de sigaar in zichzelf wel. En 19 19 eronder geeft ook iets van symmetrie… het jaar van oplevering maar ook het jaar van het vrouwenkiesrecht! Onze rondleidster was Alice Roegholt! Eerder al had ze ons de krotwoning in de zeecontainer laten zien;
aan het andere eind van het bouwblok, pal onder de toren die geen aanduiding is voor een kerk maar wel associaties bracht met Soefi, Theosofie en andere stromingen uit die tijd, mochten we de woning anno 1919 bekijken. Let wel: dit was een van de grootste huizen van het blok! De ontstaansgeschiedenis inclusief het verhaal van de sloppenwoning is hier te lezen
“Is het een kerk?” Nee, men was atheïst – althans : bij deze woningbouwvereniging! Er waren er ook van RK of Protestantse richting. Overigens: allemaal gelijk maar toch weer elk zijn eigen dingen: een aparte raampartij, een speciale inrichting, mooie inbouwkasten.. Ook geboortebeperking was in die tijd al een issue. “Ik moet kleiner gaan wonen want mijn gezin wordt te groot..” gold lang niet meer voor alle bewoners. Het was best comfortabel met twee kinderen in zo’n woning…
Bij het opnieuw inrichten van de museumwoning werden de kleinkinderen van de oorspronkelijke bewoners geraadpleegd. “Oma had een rónde kamer”.. en bij de reconstructie werd mooi van deze ervaring gebruik gemaakt.
Binnenkort zal ook de school deel gaan uitmaken van het museum.
De lunchroom aan de overkant van Het Schip is onderdeel van het museum. Het broodje Geitenkaas werd opgediend in scheepsvorm.. maar dat terzijde.
De busexcursie voerde ons langs een groot aantal hoogtepunten van de Amsterdamse School, in de wijken Plan West en Plan Zuid, maar ook langs gebouwen uit de periode daarvoor. (Zoals bijvoorbeeld het Schoolkinderbad nabij het Hugo de Grootplein: een badkamer was nog niet inbegrepen dus er werd wat geregeld voor de kinderen..)
Toen werden de huizen nog gewoon naast elkaar gezet; de Amsterdamse School maakte grotere blokken met een bewuste beleving van de openbare ruimte. De arbeider moest schoonheid ervaren; een straatbeeld van weidsheid en luxe. Dan ingevuld met kleinere eenheden, buurtjes, hofjes, waarin een dorpse sfeer bestond zodat je je daar thuis kon voelen. Ook veel parken werden ingepland, met beelden van Hildo Krop. De arbeider moest zich immers kunnen ontspannen, en in plaats van drinken zich gaan bezighouden met gezonde liefhebberijen zoals kennis vergaren en tuinieren. De bruggen kregen de aandacht:mooi ontworpen en versierd met beeldhouwwerk van diezelfde Hildo Krop. Het stratenplan van Plan Zuid was, zoals bekend, van Berlage maar minder bekend is dat hij zelf binnen dat plan bijna niets ontwierp, alleen de Berlagebrug..
Bijzonder object: de panden van De Dageraad. Dat was een coöperatie die veel voor de leden betekende, onder andere ook het bouwen van huizen. Een hele buurt in Plan Zuid werd door De Dageraad ingevuld.
Wel apart; bijvoorbeeld op het Java eiland en ook in de Waalsprong / Lent bij Nijmegen wordt teruggegrepen op de bouwwijze van voor de Amsterdamse School. Zet verschillende huizen naast elkaar, tegen elkaar aan; de enige vastigheid is de rooilijn. En eventueel de dakhoogte. Want dat ongestructureerd aan elkaar geplakte geeft zo’n aangenaam authentiek effect…
We zagen verbluffende voorbeelden van het ontwerp van de publieke ruimte . Overigens bouwden de architecten van de Amsterdamse School niet alleen arbeiderswijken; ook de statige flats van de Minervalaan en de villa’s van de Apollolaan zijn in die stijl gebouwd.. Je wou toch ook nog wel wat verdienen… Het Berlage lyceum in twee symmetrische helften geeft een heel mooi beeld.
De drie grote lanen Churchilllaan , Rooseveldlaan en Stalinlaan (later Vrijheidslaan) en de ‘Wolkenkrabber’ op het snijpunt waren in die tijd heel revolutionair.
Onderweg naar het Stedelijk kwamen we nog langs het Ceintuur theater: een mooi voorbeeld van de Amsterdamse School maar nu eens niet in baksteen maar in beton. Onze gids stelde dat ook Radio Kootwijk een Amsterdamse School werk in beton is.
De Amsterdamse School architecten zagen zichzelf niet puur als architect maar meer als kunstenaar. In de museumwoning was al te zien dat ze zich ook met het interieur bezighielden. De tentoonstelling in het Stedelijk Museum toonde de Amsterdamse School als ontwerpers van meubels, klokken, lampen, glas in lood… en ook typografie, het tijdschrift Wendingen, affiches…
Het gebruik van glas in lood gaf een bijzondere sfeer aan de interieurs: de buitenwereld werd buitengesloten, het licht gefilterd.
De deelname aan een salon in Parijs zette de Amsterdamse School neer als de Nederlandse variant van Art Deco; heel snel daarna was het weer afgelopen met deze stijl en zag je een overgang naar het Nieuw Bouwen.
De tentoonstelling in het Stedelijk én de bustour zijn er nog tot eind augustus… ..zie hier voor busexcursies
Heel mooi verslag van een toer die ook ik heb gezien deze zomer tijdens mijn vakantie.