Voor het eerst na lange tijd doe ik weer een paar dagen Hotel Van der Werff op Schiermonnikoog. De schiere monniken… Grijs waren ze, lang geleden. Hotel Van der Werff is lang niet zo oud, en ook niet grijs, maar voornamelijk bruin. Het is ook gastvrij in de oudste tradities, er wordt nu gebiljart zoals al honderd jaar, door een van de 10 biljartclubs van het eiland met 900 inwoners. Net genoot ik een eenvoudige doch voedzame maaltijd in de eetzaal die nog hetzelfde was sinds mijn eerste bezoek in najaar 1989. Achter de gordijnen nog steeds de serres – in zo’n serre zaten we toen als Kennisnetwerk Innovatief Management. Het menu was iets anders maar toch traditioneel: een groentesoep met de terrine op tafel zodat je nog eens kunt opscheppen, een lendebiefstukje in rode wijnsaus, met aardappeltjes en prei, en toe een appeltartin ….die hadden ze in 1989 nog niet. Waarom weet ik dat jaartal nog zo goed? Het was op een keerpunt van mijn leven: inmiddels hadden mijn man en ik besloten te scheiden en ik had de kans gegrepen om iets te leren met die cursus van Nico Sol ( zaliger nagedachtenis).
Nico Sol was docent geweest bij de Groninger lerarenopleiding Ubbo Emmius, maar had ervoor gekozen om als kleine zelfstandige mensen bij elkaar te halen om te confereren over innovatief management, wat dat ook mocht wezen. Hij had de vaardigheid om interessante groepen te vormen. Op de boot naar Schiermonnikoog, voor de eerste bijeenkomst, ontmoette ik een bijzonder gezelschap, en in de limousine met Fischer als chauffeur reden we in het donker naar een onbekende plaats. Al voor de eerste maaltijd (in die nog steeds onveranderde eetzaal) brak het ijs door een paar simpele kennismakingsspelletjes en de toevallige aanwezigheid van niet 1 maar 2 mensen met vers echtscheidingsleed.
Twee maal per jaar zaten we 3 dagen bij elkaar bij Van der Werff; er waren veel onderzoekende gesprekken over management, leren en leven. Van Nico leerde ik dat het als alleenwonende en solo-werkende best een uitdaging is om elke dag weer aan de gang te gaan. Geen automatische gang naar school of kantoor waar je elke dag wel weer mensen treft en ook als je niet zo goed weet wat je moet komt t vanzelf naar je toe. Tien jaar later maakte ik hetzelfde mee maar werd er niet meer door verrast.
Na zo’n dag en avond kwam je in het cafe en was er biljart, of het zangkoor, en de ontmoeting met de autochtonen. In het zangkoor zat een echte socialist uit Beerta – waar je geacht werd communist te zijn. Kop in de wind, en superkritisch op de “managementleergang” van Nico. De man vloog hem bijkans aan! Gelukkig hadden we in onze groep een voormalig straatagent van het Bureau Warmoesstraat (inmiddels van naam veranderd, het had een nogal heftige reputatie) die erg goed was in conflictbeheersing. Jaren later heb ik datzelfde gezien bij een voormalig straatagent uit Den Haag die bij mij afdelingshoofd werd en een vaardigheid had om te luisteren en te leren hoe het werkte. Met die socialist werd ik nog dikke vrienden.
Terug naar de groep. Door de bijzondere, wat oubollige maar supergastvrije accomodatie en het eilandeffect gebeurden er mooie dingen in de groep. Leerde je van elkaars meest uitdagende en intieme ervaringen. Extra gek werd het doordat Hotel Van der Werff altijd bijzondere mensen aantrekt. Om wat te noemen: er was een ober die eigenlijk gespecialiseerd was in Grieks drama maar zijn promotieonderzoek vaarwel had gezegd en bij Van der Werff was blijven hangen. Als hij bij ons kwam bedienen tijdens de serre-sessies bleef hij vaak wat lang hangen. Deelnemers die even naar t toilet gingen werden door hem aangesproken; dan zat je even op de trap en de ober gaf zijn visie op de inhoud en op het proces…. Theater en management hebben zoveel met elkaar te maken. Binnenkort ook over theater en doceren, trouwens.