Een bekentenis: ik heb het zelf niet gemaakt, het Groot Dictee.
Veel jaren wel, maar nu kwam het er niet van. Wel heb ik de discussie eromheen gevolgd, en de tekst gelezen. Inclusief de onderstrepingen vanwege de taalfouten.
En daar gaat het me om: spellen is een kunstje, en een steeds ingewikkelder kunstje dankzij het genootschap dat daarover gaat. De Nederlandse Taalunie, als ik me niet vergis. Als taalbeest en academicus verdwaal ik regelmatig in de krochten van de tussen n (de pannekoek en de paddestoel zijn nog steeds mijn natuurlijk habitat) , de streepjes en de laatste stand van de hoofdletters.
Maar wat echt belangrijk is, is de ondubbelzinnige taal!
Al jaren geef ik les aan een academie (academisch niveau dus…) en de studenten doen hun proef door het schrijven van een paper. Ze kunnen voor de hele paper 100 punten scoren, te beoordelen op een aantal inhoudelijke aspecten en interne logica. Er zijn 5 punten toe te kennen voor schrijfstijl.
En voor het eerst dit jaar heb ik een student 0 (nul) punten toegekend op dit onderdeel. Je doet wel eens 2 van de 5 punten vanwege veel spelfouten, d/t slordigheden etc. Maar een tekst die gewoon niet te lezen is vanwege echte taalfouten? Iedereen die het Groot Dictee van dit jaar heeft gevolgd en begrepen, snapt nu waarover ik het heb.
Door onzorgvuldigheid in de taal kan je je redenering totaal om zeep helpen. De logica wordt onnavolgbaar. Als beoordelaar kan ik zo welwillend mogelijk proberen te begrijpen wat er bedoeld was, maar ik ben opleider voor iemand die zich straks ook in het maatschappelijk verkeer moet redden!
Help!
Gelukkig – voor de te verwachten juridische discussie – zakte die student niet alleen vanwege de taal, maar er waren nog wel wat vuiltjes.
En in de herkansing had hij zowel de inhoudelijke als de vorm-vuiltjes netjes opgelost dus hij slaagde.
Ik hoop dat de boodschap duidelijk genoeg was. Dat hij ervan geleerd heeft, en – hoe hij het doet moet hij zelf weten: een taalcoach of het standaard inhuren van een redacteur – dat hij in zijn loopbaan geen hinder ondervindt van zijn beperkt taalgevoel.
En ik prijs Kees van Kooten dat hij het Groot Dictee heeft aangegrepen om verder te kijken dan de spelling.