Tja, – hoezo Toertje Hollandse Kust?
Ik was gebleven bij Tiengemeten, een eilandje in het Haringvliet. Als we het echt over Hollandse kust hebben mag het volgende eiland Goeree-Overflakkee nog meedoen. Maar daarna wordt het toch echt Zeeland.
Mijn interpretatie is dus meer: de Nederlandse kust. Waarmee het eindpunt zomaar te vinden is in het Zwin… een dichtgeslibde vaarroute naar Brugge en gelegen op de grens tussen Nederland en België.
Ik had eenvoudigweg de dammenroute kunnen volgen – en over de Westerschelde heb je dan even een probleem want daar is geen dam. Zelfs de pont van Vlissingen naar Breskens is voor automobilisten opgeheven. Sinds daar de toltunnel is: de Westerschelde Oeververbinding. Een ingewikkelde afweging: die tunnel moet ‘uit kunnen’ dus alternatieve routes afknijpen.
Maar daarover later.
Die dag reed ik naar Goeree-Overflakkee. Er was veel oponthoud want de A59 rond de driesprong was in onderhoud. Een van de takken dicht. Niet de mijne (had ik uitgezocht) maar toch. Aangekomen op Overflakkee de eerste de beste eettent; net zo standaard als overal. Maar toch fijn om even te kunnen opladen.
Dan verder het eiland over. Een fijn landschap… ik banjer er wat rond (per auto kan je ook banjeren), ga naar Stellendam, een vissershaven met veel lekkere restaurantjes,
met actiegroep tegen het verbod om kleine vis terug te gooien,
bezoek Goedereede met het havenhoofd. Daar was vroeger de haven en er is het nodige te zien ter herinnering aan dat verleden.
en een beeldje van hoe het was; je ziet als achtergrond de verzande vaarweg
Dan ga ik door naar Schouwen-Duiveland, via de Brouwersdam. De Brouwersdam is nu een aaneenschakeling van stranden. Hoezo ‘dam’? Dat beeld is allang weg. Natuurlijk ga ik er ook even lekker in een strandtent zitten loungen…
En dan vind ik in Scharendijke een heerlijke boerencamping. Er zijn kippen, eenden en een pauw, maar even doorvragen aan de campinghoudster wijst uit dat ook een aantal hectaren land nog door haar worden bebouwd.
Ook zij is gewend aan alleen reizen en kent de charme ervan. En zij is inmiddels door de liefde verbonden aan Afrika: zij en haar Gambiaanse partner hebben nu twee huizen; hier én daar. Dat maakt het leven ingewikkeld maar ook rijk. Eten doe ik die avond luxueus in de Zeilclub van Scharendijke. Vis natuurlijk.
De volgende dag rijd ik heel Schouwen Duiveland door naar Ouwerkerk: de plek waar het laatste gat werd gesloten na de Watersnoodramp in 1953. Het dorp is stil, deze zondagmorgen; iedereen is naar de kerk..
En de waterhoogte van 1953 staat nog op het huis.
Daar werden 4 caissons afgezonken, en in die caissons is een paar jaar geleden het Watersnoodmuseum geopend. Voor mij als oud- Rijkswaterstater (1981-2000) een bijzondere ervaring. Veel van wat er te zien is was mij natuurlijk bekend maar in de tentoonstelling is het op menselijke maat weergegeven en dat maakt het toch weer emotioneel. En – even technisch bekeken – een goede weergave van de huidige ideeën over zeespiegelrijzing en dus de volgende stappen. Buiten het museum kan je leuk wandelen, en en passant het ‘dijkmuseum’ bestuderen. Op de dijkhelling is een collectie dijkbekledingen aangebracht met toelichting van wat er positief / vernieuwend aan was en waarom het toch weer is achterhaald.
Overigens wel een leuke ontmoeting met een andere bezoekster: medewerker van de hogeschool Van Hall (Leeuwarden) / Larenstein (Velp) . Zij was OR lid dus wist veel over de fusie en dat herkende ik dan weer uit mijn RWS tijd.
Dan over de Zeelandbrug: Schitterend! Voorzover ik weet nog nooit overheen gereden. Als oud RWS kozen we natuurlijk altijd voor de Oosterscheldekering..
En dan loop je nog eens zomaar tegen een sluis aan – zoals er zo vele zijn in dit gebied. Vol met zeilend recreatieverkeer, en de Nederlandse en Franse fietsers staan te wachten en zijn zeer belangstellend naar de uitleg van wat er gebeurt.
En dan op naar Vlissingen, waar ik een hotelkamer heb gereserveerd met zeezicht. Niet veel slapen, die nacht! Ik struin de boulevard af, drink wat bij de Gevangentoren en eet wat, ergens meer naar het westen. Op de boulevard staat een beeldje van een leerling van de Zeevaartschool (die aan de boulevard in Vlissingen was tot 1988) . Ik maak er foto’s van omdat mijn oude, inmiddels overleden buurman zo’n leerling was. Als ik thuiskom zal ik de foto’s aan mijn buurvrouw, zijn weduwe laten zien. Zij ging als 19jarige regelmatig bij hem op bezoek in het weekend… hun oudste kind is daar gemaakt.
Een fantastische zonsondergang.
Ik heb de hele nacht genoten van de voorbijvarende schepen. De volgende morgen struinde ik nog even de Walcherse kust af: Zoutelande ( van het liedje), Westkapelle met de zeedijk die ineens uit het strand oprijst,
Veere de vestingstad… en dan naar de Westerscheldetunnel. Ik heb tunnelvrees, het angstzweet slaat me uit, ik moet na de tol nog wat drinken en mijn gewone bril bij de hand leggen… er is nog een heel stuk bovengronds, een sprongetje omhoog, en dan met een ferme duik de tunnel in.
Wat is hij móói! Zo ruim en goed verlicht; ik voel me veilig. Na een paar minuten krijg ik een oproep op de autoradio dat er een ambulance met een spoedopdracht gaat inhalen. “Blijf rechts rijden en laat de ambulance passeren”. het voelt een beetje Big Brother maar dat is toch wel een goed idee.
Natuurlijk ga ik alsnog langs Breskens… jammer dat die pont alleen nog voor voetgangers en fietsers is. Toch zal hij zijn sociale functie nog behouden. (Lang geleden hoorde ik van een studie naar de sociologische aspecten van de Zeeuwse ponten: waar een tijd een pont lag zag je huwelijken in de kerkelijke – en later bevolkingsregisters; daten deed je met de jongens / de meiden aan de overkant.)
En dan IJzendijke met een mooie geschiedenis. Hier in Zeeuws Vlaanderen waren de Spanjaarden nog lang een sterke macht. Een beeldje met een schakende Spaanse machthebber..
Dan naar Sluis waar ik het niet kon vinden (erg druk) en uiteindelijk tot rust op weer net zo’n fijne boerencamping in Retranchement. Met het Zwin onder handbereik en Cadzand als drukke badplaats. Het Zwin is prachtig en rustig, en ook een natuurgebied. Bij de monding een interessant strand met veel verandering onder invloed van het getij
.. en wat verder landinwaarts een begroeid landschap waar je in principe niet in mag, Artikel 461 strafwetboek, maar och… als je de natuur niet verstoort.. “Niet beschadigen of verontrusten”
Na een extra dag lummelen reed ik terug naar huis, langs de zweefvliegclub in Axel (EZAC) waar niemand aanwezig was,
en daarna langs de fraaie vestingstad Hulst. Daar is het aan de Markt goed toeven , de kathedraal is lief en de rondwandeling langs de vestingwerken indrukwekkend.
Huisjes tegen de vestingwal aan gebouwd..
Tijd om naar huis te gaan. Al met al heb ik deze 2 toertjes een aardig beeld gekregen van de Hollandse, nee, Nederlandse kust en wat daar rondom zo te beleven valt.
De grens tussen land en water.
Die brengt veel teweeg. Een mens kan 70 worden maar toch is er in eigen land nog wat te beleven.