Studeren

Mijn vioolleraar ( http://www.tjoelkerbos.demon.nl/vioolschool-p2.html#lessen)

nodigde me (na zes weken les) uit om deel te nemen aan een strijkersdag op 6 juli. Ik werkte nog zes weken heel hard aan het opgegeven repertoire, en ik kon er al aardig mee uit de voeten, vond ik zelf. Nog even zo’n vraag: wil je echt meedoen, want andere beginners hebben afgehaakt. Ja, ik vind t leuk; als jij je niet schaamt voor mijn beginnersgeluid…

Zo gezegd zo gedaan; ik nam als 3maandskindje (en zo als benjamin)  deel aan de strijkersdag van een aantal muziekdocenten uit de regio.

14595181935_3bfe831cdb_b

Natuurlijk in de beginnersgroep. Ook dat was al een hele uitdaging. Het lijntje dat ik had ingestudeerd werd gemengd met moeilijker lijntjes in de andere partijen. Tijdens de repetities zat een altvioliste naast mij met dezelfde partij. “Kijk, hier… en hier heb je een maat rust”.

Wat mij opviel (en tegenviel) als ervaren meerstemmig koorzanger: Daar heb ik een muziekblad met de 4 stemmen en eventueel ook nog de begeleidingspartij boven elkaar. Ik kan zien wat de anderen doen, en als ik een afslag heb gemist kan ik zo weer aansluiten.

Als violist in een orkest krijg je alleen je eigen lijn; de andere partijen worden voor jou alleen aangegeven met maten rust.

Ik vind dat vreemd. Samen spelen is dan niet meer dan ieder je eigen lijn spelen en blij verrast zijn als het wat wordt… Maar goed, het was leuk en spannend en zeker voor herhaling vatbaar.

14408599538_615ddf4f4f_b

Ik weet nu wel waar de manco’s liggen: in mijn techniek! Logischerwijs kan ik het allemaal vatten, maar de vertaling van de toon naar de snaren (streek en vingerzetting; snelheid van wisselen zodat een mooi vloeiende toon ontstaat)  kan ik nog niet echt uitvoeren. Dat vereist nog heel veel training. Wat ik nu weer met meer plezier doe, omdat ik heb kunnen ruiken aan een mooi resultaat. De kenner die naar de laatste foto hieronder kijkt ziet ook dat de stand van de linkerhand niet deugt.. Je hebt het dus ook over al heel snel ingesleten gewoontes, en voortdurend switchen van hoogdravende ambitie naar platvloerse worsteling.

14593273904_7f146a66e4_b

(foto’s Huub Louppen)

 

  …en studeren

Twee dagen voor die Strijkersdag leverden mijn studenten hun papers in voor het vak Management en Organisatie voor de Bachelor Accountancy.

Al een aantal dagen ben ik bezig mijn mind op te maken over hun prestaties. En vanavond schiet ineens in mijn gedachten: wat is eigenlijk de overeenkomst en het verschil met hun accountancystudie en mijn vioolstudie?

Voor mijn tweedejaars accountancystudenten is mijn vak Management en Organisatie een bijvak. Ze moeten het doen om hun bachelor te halen. Ik hoop dat ik ze in 15 dagdelen de lol heb leren inzien van het kijken naar organisaties van alle soorten. Maar het is een niet zelf gekozen onderdeel. Krijg ik ze zo uitgedaagd als ik ben met mijn viool?

Als ik naar hun producties kijk: een bedrijfsanalyse van een organisatie naar keuze, volgens een voorgeschreven model, met gebruikmaken van de geleerde theorie: Dan ben ik gemiddeld gesproken onder de indruk!  

Studenten hebben zich in de materie verdiept, hebben lol gekregen in het herkennen van patronen, hebben plezier ervaren in het schrijven van een stuk. Ook op tussentijdse opdrachten kreeg ik soms dat soort commentaar: Het onderwerp Motivatie bleek een snaar te hebben geraakt “Het ging dus over mijzelf!”

Maar voor de meeste studenten is het vak M&O vooralsnog  instrumenteel gebleven: ik moet dit vak halen om mijn eigenlijke doel te bereiken. Stiekem hoop ik dat ze in een later stadium gegrepen worden door het wonderlijke samenspel in organisaties… 14408599538_615ddf4f4f_b

 

Er zijn van die dagen dat ik mezelf heel productief vind.

Voor een geleidelijk pensionerende ZZP-er is dat een relatief begrip.

Ooit had ik een redelijk zware managementbaan, met voor de afwisseling nog wat projectactiviteiten erbij. En dan natuurlijk nog je familie en je hobby’s.

In de loop van de jaren als zelfstandige is dat verschoven. Door elkaar gaan lopen ook. Ik merkte dat mijn vrijetijdsbesteding als kunstbezoeker me inspireerde bij mijn professionele activiteiten. En zoals eerder beschreven doe ik mijn professionele kunstje ook steeds vaker in de kunst- en hobby omgeving. Mijn dagbesteding is minder gestructureerd. Ik doe wat aan een klus, beoefen het professioneel gekoesterde moestuinieren in de praktijk door het planten van de voorgekweekte pompoenplanten (bidden dat de slakken ze al niet meer lekker vinden..), maak een opzetje voor een verbeteringstraject van de opleiding waar ik al jaren regelmatig docent ben. Bereid een promo-activiteit voor mijn zweefvliegclub voor. En onderhand oefen ik me letterlijk de blaren voor de samenspeeldag van mijn pas begonnen vioolles. Plus dan nog de perikelen rond het Eetbaar Groen project waarvan ik secretaris ben, en de regie rond  het beheer en onderhoud van mijn 30-er jaren huis.

En nu ik er zo nog eens over nadenk: dit is dus de nieuwe tijd!

Gisteren reageerde ik op het verhaal van D66: nu naar groei. Wat voor groei, hoe definieer je dat?  Ik kreeg wel een reactie maar geen echt antwoord. In de Volkskrant van gisteren stond ook een bijdrage waar ik nu maar even op inhaak: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3677432/2014/06/24/Met-drie-dagen-werken-neem-je-je-leven-in-eigen-hand.dhtml?utm_medium=twitter&utm_campaign=columnisten&utm_source=twitterfeed

 

“Er verdwijnen banen door technologie en beleid (Participatiesamenleving..) maar er komen ook banen terug.”

Banen?

Straks werken we standaard ca. 24 uur voor cash en de rest van de tijd zijn we bezig in de informele economie. Onderlinge dienstverlening, in- en verkoop per Marktplaats achtige dingen, gasten ontvangen per AirBnB, het verrichten van werkzaamheden die de officiële economie aan ons heeft uitbesteed (internetbankieren, service op afstand / per internet, zelf installeren van aangeleverde hardware & software, reizen en voorstellingen zelf boeken, met crowdfunding financieren,  onderlinge energiecentrale, broodfonds…. )

En ook al die activiteiten die we nu geacht worden te doen  vanwege de participatiesamenleving.

Ja, dat kan, en dat komt mooi uit.

Qua fysieke inzet.

Het enige wat we nog moeten bedenken:

Hoe gaat dat in de financiering?

Kleinigheid…

 

 

 

 

Vandaag de feestelijke kick-off van Vocal Vibes in de Coehoornkazerne in Arnhem. De militairen zitten niet meer in Klarendal, maar het complex is mooi gerenoveerd en is vol kunst en cultuur. Zie de beschrijving in De Gulden Feniks http://www.nrpguldenfeniks.nl/hall-of-fame/jaargangen/2013/transformatie/menno-van-coehoorn-kazerne-1/

En in die fijne ruimte ging de Stichting Vocal Vibes van Elke Jansen vandaag van start. http://www.elkejansen.nl/vocal-vibes/

Een voorbeeld van cultureel ondernemerschap.

Elke is al jaren actief in de Arnhemse muziekwereld. Drie koren, jaarlijks de nazit van de Volkorenavond in de Koepelkerk, allerlei optredens en workshops..  Maar het was niet genoeg

Het afgelopen jaar groeide haar plan: Heel  Arnhem aan het zingen krijgen, en vooral jongere mensen dan nu gemiddeld actief zijn in het korencircuit. “Wat een geweldig materiaal …”  zegt ze over jonge mensen die goede stemmen hebben en die het nog ver zouden kunnen brengen. Samen zingen, maar ook plezier hebben in soleren, en daarbij ondersteuning krijgen.

De vorm werd een stichting, de Stichting Vocal Vibes, met een bestuur (dat vandaag samen de première van het Vocal Vibes- lied bracht) en de mogelijkheid om donaties te ontvangen als buffertje. En na de zomer: workshops, een Vocal group, en het maandelijks zangcafé natuurlijk.

Daarvan kregen we vandaag een voorproefje. Meer en minder ervaren solisten kregen de microfoon,
Shaffy-liefhebber Maas met Laat me – onverstoorbaar door rondlopende fotografen, met begeleiding door Elke


Gerard Schoren met een Sefardisch lied – als de zee van melk was…


Maar wat is het ook heerlijk om met beamer ondersteuning samen laagdrempelig te zingen! Heel toepasselijk… en in dit kleine café dus vanaf september elke tweede zondag!

Dat is nou ondernemen: een goed idee, veel enthousiasme, een verdienmodel erbij bedenken – en aan de slag!

 

 

 

 

 

Dit is een bekende uitspraak : geniet vooral van het onderweg zijn.

Ja, die kunst beoefen ik al heel lang, als het letterlijk over reizen gaat.

Maar ik merk nu dat het ook steeds meer betrekking heeft op de dingen die me bezighouden.

Natuurlijk, ik ben een zweefvlieger. Maar ik ben vooral bezig met de dingen er omheen: de redactie van het clubblad van de Gelderse Zweefvliegclub http://www.gezc.org/ de ontvangst van gasten, van schoolkinderen tot en met speciale situaties (laatste wens..).  Dat lokte bij een collega-vlieger het commentaar uit: Dat vliegen interesseert jou helemaal niet! Het gaat jou alleen maar om die andere dingen.

En vorige week kwam de parallel boven bij het subject Koorzang. Met 8 jaar ertussen ga ik straks waarschijnlijk weer de voorzittersrol van mijn koor Xing http://xingarnhem.blogspot.nl/ op me nemen (o, pas op, een Van Woerkom-momentje?). Of ik dan ook in de repertoire commissie wil gaan (was de huidige voorzitter ook). Joh, ik heb helemaal geen verstand van muziek!  

Dus.

Ik omschrijf mezelf ook professioneel als een procesdier. Met een inmiddels natuurlijke neiging om me “ermee te bemoeien”, me verantwoordelijk te voelen voor dat proces. De rol van manager.

Maar ik merk steeds vaker dat dat het onbevangen genieten van het moment in de weg zit.

Is het daarom dat ik het nu zo leuk vind om gewoon bezig te zijn met, te genieten van de beginselen van het vioolspelen?

En kan ik dit gevoel ook weer vertalen naar wat er in organisaties gebeurt?

Ooit had ik een relatie met iemand die mij verdacht van “management-truukjes” – ja, dat krijg je ervan.

Zoek de mens in de manager!  

 

.

Sinds zes weken studeer ik viool. Speel ik viool. Ja, dat ook. Soms komt er best een aardig geluid uit. Maar het spel bestaat er vooral uit dat de viool en ik elkaar leren kennen.

Het begon allemaal toen ik een workshop kon kiezen in het Stamhotel:http://www.stamhotel.nl/

Een drietal musici van Splendor http://splendoramsterdam.com/

verzorgde de workshops en bracht ze naderhand samen tot één productie van Roemeense ritmes met accordeon, zang, ritme met het lichaam (klappen en stampen )  – en dus die 8 violisten die in een uurtje het instrument verkenden en toen van Marieke de boodschap kregen : Nu nog even het stukje instuderen.

Van die anderhalf uur met een viool in mijn handen kreeg ik de smaak te pakken; ik ging op zoek naar een vioolschool in mijn omgeving. En ja, er bleek er een te zijn op 400 meter van huis…http://www.tjoelkerbos.demon.nl/vioolschool-p2.html#lessen

 

Na een kennismakingspakket van 4 lessen plus gebruik van viool ben ik verkocht… ik ga ermee door!

Maandag mijn vijfde les genoten. En de vorige keer heb ik al mogen oefenen met het zetten van vingers op de snaren.

Ik weet dat ik nooit meer een ster op de viool zal zijn, maar het instrument intrigeert me. Het is niet een makkelijk instrument. Al eeuwen zijn er methodes om te leren vioolspelen. (Onder andere van papa Mozart: Leopold Mozart).

Mijn pink kan er niet bij. Leraar Martijn: daar zijn oefeningen voor. Als ik niet uitkijk krijg ik RSI-symptomen: pijn in de schouder, je houdt je pols verkeerd, Als je je concentreert op waar je vingers moeten staan (nee, er zijn niet van die dwarsbalkjes zoals bij gitaar) ben je weer afgeleid van de strijktechniek.

Waarom is dat nou zo uitdagend?

Het roept passie op. Je hebt het gevoel dat het moeilijk is maar dat je toch wat kunt bereiken, bijvoorbeeld samen spelen (en mijn leraar is er goed in om dat perspectief te bieden; ik heb een wat simpel partijtje maar met zijn meer gecompliceerde partij erbij is het al een leuk effect).

Als ik dat verbind met organiseren komen daar enkele associaties uit:

– Ik ben 65 maar ik kan en wil nog steeds leren  (en in de acceptatie van ouderen op de arbeidsmarkt is dat  nieuws…)

– Om ergens goed in  te worden moet je investeren, en dat gaat beter als je een met moeite haalbaar doel voor ogen hebt

– Wat krijg ik een respect voor vakmanschap omdat ik voel hoe ingewikkeld het al is om je vingers op de juiste plek te zetten .. mijn rol is vaak die van manager, maar juist dan is respect voor deskundigheid van levensbelang!

Mooie portretten!
De Fundatie is zeker de moeite waard om eens te gaan kijken. Er is nu (tot 17 augustus) een tentoonstelling over kunst en macht. De recente uitbreiding van het gebouw, met een ei op het dak, is interessant om eens te zien, en dat zal deels verklaren waarom er zoveel bezoekers zijn geweest afgelopen jaar. Consequentie van die ovale zaal met bolle muren en moeilijk licht is dat foto’s er niet aan de muur kunnen hangen maar op sokkels worden geplaatst..

kunstrijk's avatarKUNSTRIJK

Hij werd in 1896 geboren en pas in de jaren zeventig van de twintigste eeuw aan het eind van zijn leven bekend door zijn optredens in de talkshows van Willem Duys. Merkwaardig als je erover nadenkt. Ik heb het over Paul Citroen. Citroen maakte met houtskool schetsen van de nationale en internationale sterren die bij Willem Duys aanschoven. Ik heb gekeken of ik er iets van terug kon vinden op Youtube, maar dat is me niet gelukt. Jammer.

Op dit moment hangt er werk van Citroen in de OBA. Daar presenteert Museum De Fundatie zichzelf. Men hoopt op die manier bezoekers te trekken naar de Fundatie in Heino en Zwolle en wat mij betreft is dat gelukt. Ik ga zeker een keer kijken.

Er zijn verschillende soorten portretten te zien in de OBA: olieverfschilderijen, tekeningen en foto’s. De olieverfschilderijen van Citroen kende ik nog niet.

Portret van Cornelie, Paul Citroen Portret van Cornelie, Paul Citroen

Portret van Marga, 1977, Paul Citroen Portret van Marga…

View original post 135 woorden meer

Vandaag bezocht ik de tentoonstelling van Strandbeesten, in de turbinehal van de Haagse Elektriciteitsfabriek.(De Constant Rebecqueplein 20, Den Haag; t/m 3 mei, vrijdag /zondag van 14-22 uur).

Zomaar op een vrijdagmiddag, omdat ik toch in de buurt was, en de aankondiging in de Volkskrant van donderdag 13 maart opzij had gelegd.

Een grote hal, industrieel monument (neem ik aan)

Image

waarin de beesten, en hun archeologisch archief, goed op hun plaats leken. In afwachting van een zomer aan het strand dan natuurlijk…

Theo Jansen (wetenschapsjournalist) is al 25 jaar bezig met het ontwikkelen van strandbeesten. Begonnen als een theorie, en na verloop van tijd omgezet in echte experimenten. Hij ontwikkelde steeds nieuwe versies van zijn Strandbeesten.

Een leuke tentoonstelling, met beesten in verschillende vormen, ook enkele waarmee je zelf een stukje kon wandelen. Video’s van strandbeesten, hun poëzie en hun gevaarlijk leven in de zeewind. En Theo Jansen die ze dan weer oplapt, uitgraaft en een nieuwe kans geeft.

Mini-modellen die gedemonstreerd worden met een mini-wind uit een haardroger. Aandoenlijk…

En dan blijkt dat Theo Jansen op deze middag een journalist van het AD ontvangt en voor hem de nieuwste versie tot leven brengt. Het verhaal dat hij voor de journalist houdt, mogen wij als bezoekers van dat moment mee beleven.

In principe ontwikkelt Theo Jansen elke winter een nieuwe generatie van zijn Strandbeest; in de zomer experimenteert hij ermee op het strand en aan het eind van de zomer verklaart hij deze tot Uitgestorven . Volgende winter weer verder..

De onderdelen van de eerdere versies vormen dus het archeologisch archief dat in de tentoonstelling te zien is.

IMGP8994
Theo Jansen loopt wat druk om het beest-in-ontwikkeling heen: pas op, blijf een beetje uit de buurt…. want de compressor is de petflessen  aan het vullen en wie weet wat het beest gaat doen!

Dan is het zover: hij vertelt, begeleidt het beest een beetje omdat het alweer een paar dagen niet actief is geweest, en dan komt het in beweging!

Het verhaal gaat door met een beschouwing over de evolutie.

Aan het begin van de ontwikkeling van de strandbeesten heeft Theo Jansen met behulp van een computermodel uitgewerkt hoe het lopen zou kunnen worden gerealiseerd. Zo dat de ruggegraat op dezelfde hoogte zou blijven en de poten als het ware er onderdoor lopen. Hij heeft dat ontwikkeld en vervolgens de compositie van een aantal lengtes van staven, het DNA van een strandbeest,  op zijn website geplaatst. En sindsdien zijn worldwide allerlei studenten bezig met het bouwen van strandbeesten. In zijn visie: de strandbeesten hebben het voor elkaar! Voor hun verspreiding over  de wereld hebben zij al veel mensen ingeschakeld… inmiddels ook in de vorm van 3D printing.

Onderhand is Theo aan het nadenken  over een volgende stap in de evolutie van zijn strandbeesten. Begonnen met spieren, inmiddels zenuwen om die aan te sturen, en nu op zoek naar het verschijnsel hersenen . Volgde een demo met drie onderdelen waarmee nullen en enen kunnen worden geproduceerd – de basis van de computer.

Wat leuk om je te laten raken door de strandbeesten, en mee te gaan in de gedachten over evolutie. De Strandbeesten staan model voor de evolutie. Ze hebben menselijke trekjes, hun bewegingen zijn elegant.

In het weekend van 3 mei eindigt de tentoonstelling; dan gaat het beest naar het strand en verblijft de hele zomer tussen Kijkduin en Scheveningen Haven. Wandelt bij zuidwestenwind naar Scheveningen, en wacht daar op het zachte zand tot de wind gedraaid is naar noordoost. Dan is het tijd om weer naar Kijkduin te wandelen…

De site van Theo Jansen: http://www.strandbeest.com/

Een video over de opbouw van de tentoonstelling: http://www.youtube.com/watch?v=OtfNqqX311U

… zo noemden we jaren geleden (met dank aan Julien Haffmans http://www.samenwerkingsvraagstukken.nl/JulienHaffmans/Welkom.html) in de Vrijplaats Lerende Samenleving het verschijnsel dat de vernieuwer gewaardeerd en geroemd wordt, maar niet of nauwelijks in zijn levensonderhoud kan voorzien.

Het bijpassende beeld:

De sjamaan was in oude gemeenschappen een ziener, een bemiddelaar, een persoon die de belangrijke dingen begreep die de anderen niet konden vatten. Natuurlijk was de sjamaan een beetje vreemd, maar hij / zij werd gerespecteerd. Kreeg hier een hap eten, daar een slaapplaats. Leefde op vergelijkbaar welvaartsniveau met de gemeenschap.

De sjamaan van deze tijd: de kunstenaar, de ontwikkelaar, de ZZPer die een interessant verhaal kan vertellen.

Het verschijnsel is actueler dan ooit, lijkt het wel. De Belastingdienst opent de jacht op de “schijn-ZZPer”. Terwijl juist steeds meer misbruik wordt gemaakt van ZZPers. Tijd om het beeld te kantelen, de Sjamaan zichtbaar te maken en een voorzet te geven voor een nieuw project van Filia den Hollander, beeldend kunstenaar.

Alleen de echte toppers kunnen op of boven het gemiddeld welvaartsniveau leven, omdat ze commercieel genoeg zijn of omdat ze een organisatie hebben getroffen die hun talent en waarde erkent en bereid is ervoor te betalen. (Overigens brengt die laatste positie meestal met zich mee dat je vrijheid inlevert – ook moet bijdragen aan de productie, beperking in je vrijheid van meningsuiting, zorgen voor welgevallige resultaten van je onderzoek. En als je ergens in een organisatie als vernieuwer aan het pionieren bent en school maakt, zal waarschijnlijk je opvolger in het door jou gespreide bedje profiteren van de erkenning en de hogere functiewaardering..) Voor de anderen is het sappelen.

De laatste weken komen de voorbeelden weer voorbij, en ze leiden tot associaties met situaties die ik eerder meemaakte.

De meest recente: Een gewaardeerd en inmiddels erkend cymbalist, Vasile Nedea http://www.vasilenedea.com/nl/vasile-nedea.php kwam 25 jaar geleden uit Roemenië naar Nederland. Het is hier in elk geval beter in de zin dat hij waardering ontmoet voor zijn muziek, met de wortels in de oude volksmuziek maar ook “westerse” klassieke en moderne muziek, steeds weer creatief in uitvoering en samenspel. Wat een genot om naar hem te luisteren en te kijken! Hij was te gast in het Stamhotel https://www.facebook.com/Stamhotel. Daar gaf hij een workshop, speelde een wervelend concert met violiste Marieke de Bruijn en foot-percussionist Marije Nie

maar er was ook een, nog niet gepubliceerde, documentaire te zien over zijn leven en werk in Nederland. Opmerkelijke uitspraak van een concertbezoeker bij een zeer geslaagd concert in het Bimhuis, 2 uur ‘s nachts: En wat voor werk doe je dan overdag? Hij verdient de kost met optredens op straat, met lesgeven, met bruiloften en partijen en met echte concerten op een podium. Aan het eind van de documentaire loopt hij de rode trap af naar het podium van het Concertgebouw!

Filia den Hollander doet met haar project Faden 2.0 http://filiadenhollander.nl/faden-2-0/ onderzoek naar de mogelijkheid om kunst economisch te gelde te maken. De maatschappelijke eis, of stelling dat je kunst moet maken waar ook vraag naar is (lees: voor betaald wordt, zodat de kunstenaar “zijn eigen broek kan ophouden”) heeft zij onderdeel van haar kunstproject gemaakt, en wel zo dat het tevens een spiegel is: de deelnemer aan het project maakt “Fadenkunstwerken” en moet deze zelf verkopen. Ook dat is balanceren op het slappe koord, of op de rood-witte bakdraad. Hou je vast aan je principes en werk je met zakelijke afspraken, of buig je vèr mee met de omstandigheden? Stel je je ambities hoog (Over een jaar 1000 deelnemers, x Euro verdiend en tentoon in het Stedelijk) of ben je tevreden met een kleiner succes?

Wiskundige Ionica Smeets berekende wat het tarief moet zijn voor het houden van een lezing in Groningen (O, moeten we daarvoor betalen?) http://www.ionica.nl/over-fatsoenlijke-tarieven/ Het is toch goed voor je zichtbaarheid – als je gevraagd wordt ergens gratis of tegen reiskostenvergoeding en een boekenbon op te treden. Terwijl alle anderen (de cateraar, de zaalverhuurder, de techniek…. ) eraan verdienen. Aan de interessante inhoud die jij te bieden hebt.

Mijn nicht Inge Alsema, professioneel kunstenaar, die voor een wandschildering niet meer durfde te vragen dan het tarief van een huisschilder die alleen maar wit schildert – voor de uren dat ze staat te schilderen, (dus niet de ontwerptijd, het overleg met de opdrachtgever, de schetsen…) want anders haken de opdrachtgevers af. Laat ze dan behang nemen, was mijn eerste reactie; ze verdient dus, zoals zoveel kunstenaars, een aanvulling op haar boterham met cursus geven, maar soms ook met laaggeschoold productiewerk.

Margreeth Kloppenburg verzamelt verhalen over Bepalende Momenten; recent publiceerde ze een casus van een kleiner accountantskantoor dat wordt gevraagd om het tarief te verlagen; dat gaat enigszins in dezelfde richting. http://www.accountant.nl/readfile.aspx?ContentID=34556&ObjectID=316784&Type=1&File=0000041225_Wel%20of%20niet%20zakken%20met.pdf

Laura Babeliowsky (http://bouweenbloeiendbedrijf.nl/laurababeliowsky) verdient al jaren haar brood met dit probleem. Hoeveel mag je vragen voor je dienst? Zij helpt beginnende en ontevreden ondernemers om anders te gaan denken, hun aanbod slimmer te formuleren en met lef een goede prijs voor hun product te vragen. Ja, je moet dan ook wel wat aan je product veranderen, commerciëler gaan denken.

De klassieke topmusicus, die kan er toch van leven? Eh… de grote orkesten zijn bereid grote bedragen te betalen, maar… gefinancierd door… Juist!

En dan die prachtige film waarin Johan Cruijff en Rudi van Dantzig als “coaches” de overeenkomsten en de verschillen laten zien tussen de werelden van voetbal en ballet. De film zelf kon ik niet vinden, de leader is opgenomen in een commentariërende tekst van Liliane Waanders http://www.hanta.nl/hanta/2014/03/10/johan-cruijff-de-schijnbewegingen-van-een-engel/ en de laatste verwijzing naar deze film hoorde ik zaterdag 22 maart – met als onderwerp het schrijnende verschil in maatschappelijke positie tussen de topvoetballer en de top-balletdanser.

Wat is nou het antwoord? Ik weet het nog niet. Ik denk dat iedere ZZP-er in deze zijn / haar eigen keus moet maken:

* – Niet meer doen

*  – Omgaan met je grenzen: voor wie wil ik wèl voor laag tarief, wanneer zie ik zelf een optreden voornamelijk als acquisitie en/of als “leuk en leerzaam”?

* – ZZP LIBERATION DAY? Waarmee een kunstproject aan het ontstaan is om het verdriet van de Sjamaan zichtbaar te maken, en daarmee erkenning voor de waarde van kunst, cultuur, ontwikkeling.

Gratis bestaat niet

En ter illustratie, tevens uitsmijter, hieronder nog  de (door Adjiedj Bakas gevonden en op 6 april getwitterde)  briljante reactie van een muzikant:

gratis

Vanmorgen vertelde een verslaggever over een project in Delft: robot-insecten leren samenwerken. Een zwerm robots bewoont samen  een ruimte van ca 10 bij 10 meter, 7 meter hoog, met een woestijnachtig landschap.

Een opdracht voor een vliegende en een scharrelende robot werd gedemonstreerd. Opdracht: zoek rode bal.

De vlieger (met camera) zag vanaf een paar meter hoogte de bal liggen en stuurde de scharrelrobot erheen. Snel resultaat! Bij toeval had de scharrelaar hem vast ook wel gevonden (na een paar minuten of na een paar uur) maar dit is echt een grote verbetering.

De mannen filosofeerden nog even door: waar zou je dit zoal voor kunnen gebruiken?

Een koffer met drugs of explosieven opsporen in een grote bagagehal, optreden als brandbeveiliging (het soort taken waarvan een mens niet blij wordt: bewaking als er bijna nooit iets gebeurt..)

Zie hier een publicatie over de oefenruimte voor de zwerm: http://www.nieuws.nl/opmerkelijk/20140305/Robotinsecten-ontdekken-nieuwe-proeftuin-TU-Delft

Hm, heel interessante nieuwe ontwikkeling. Ik heb er wel een paar vragen bij.

Wie bestuurt de zwerm? Wie geeft ze opdrachten en wie bewaakt de “function creep”?

Maar ook: wiens werk wordt zo efficiënt vervangen door een zwerm robots?

Al eerder had ik de suggestie dat de eigendom van de robots bij de werkers zou moeten liggen, en niet exclusief bij de bedrijfseigenaren die daarmee ook alle opbrengsten zouden ontvangen. Je kunt je voorstellen dat (als een soort broodfondsconstructie) zelfstandigen samen inleggen voor een groep robots. Ook financiële technieken als crowdfunding zijn denkbaar.

Ik zie mijn vriend de beveiliger straks als een zwermhouder, die zich met zwerm en al verhuurt, en dus minder tijd kwijt is met surveilleren. Voorkomt ook een hoop ongemak. En hij heeft meer tijd om bij mooi weer te gaan zweefvliegen – als er wat is hoort hij het wel van zijn zwerm, of die lost het probleem zelf op.

Vandaag het Festival der Bestuurskunde meegemaakt. Thema 3D : 3 Decentralisaties. WMO, Jeugdzorg en Participatie.

Was echt wel een feestje… en wel hierom:

Als je niet uitkijkt is een congres een bijeenkomst met centrale lezingen en ertussendoor workshops.

Ik ken de situaties dat de workshops ontaardden in een verhaal van een “workshopleider” omdat hij / zij dat verhaal zo graag kwijt wou.

En daarmee stimuleer je de praktijk dat het echte congres zich afspeelt in de pauzes.

Dat verschijnsel is al zeker 10 jaar bekend – en ook de remedie: zorg dat je congres echt een vrijplaats is. Waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, ervaringen delen en nieuwe concepten ontdekken. Daaruit komen modellen als “the World Café”.

En hoera! Het festival van vandaag was écht een festival. Met aanwezigen uit gemeente, wetenschappers, studenten en consultancy (en ik sla vast nog wel wat over..) en met veel ruimte voor de ontmoeting en het gesprek, en voldoende triggers om het gesprek aan te zwengelen.

Zodoende was er ruimte om te onderzoeken: hoe gaan we het doen om de intenties  Maatwerk en Bezuinigen (Of andersom, afhankelijk van je positie en de mate van cynisme)  te realiseren. Met workshops met driegesprekken, ontwikkelen van posters, Lagerhuissessies… in elk geval erg veel gelegenheid om je als deelnemer te uiten en elkaar te (h)erkennen in rol en ideeën.

Uiteindelijk werd ik vooral vrolijk van de gesprekjes over: hoe maak ik het praktisch?

Wat heeft de overhand: het reguleren of het ontwerpen / ontwikkelen / ontmoeten ?

Deelneemster van SZW was openlijk  aan het zoeken: hoe moet ik dat doen.

Mijn remedie:

Haal het hele systeem in de kamer!

Departement, gemeente, professionele organisatie, burgers. Confronteer ze met elkaar, laat ze elkaar leren kennen en waarderen. O, zij zijn ook van goede wil en zij weten / kunnen iets wat wij niet… Het geeft inzicht en bevordert het vertrouwen om echt zaken over te laten.

En erken dat participatie voor wie het kán een grote kans is, maar dat er groepen zijn waarvoor dat niet zonder meer  is weggelegd. Voor veel deelnemers aan de huidige discussie zijn die burgers niet in beeld. Ik heb ze gezien in mijn rol als activist / coach van Bep en Fatima http://bepenfatima.weebly.com/ . Wij gunnen onze cliënten het zo; participeren in de samenleving. Werk? Of alleen al deelname? En mag het dan zo: Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.</p
Nog een paar hoogtepunten die ik je niet wil onthouden:
* Steven de Waal kenschetste de operatie niet als decentralisatie maar als het weghalen van de rechten bij de burgers. Op een vraag van panelleider Marcel Boogers: Hoe kijken we in 2020 terug naar deze operaties? antwoordde hij dan ook: Wij zullen ons vooral de opstand van 2016 herinneren. De twee jaar daarvoor zijn de wethouders alleen bezig geweest met inregelen en zijn de belanghebbenden niet gezien.
* Bij de uitreiking van de G.A. van Poelje Jaarprijs voor het beste Bestuurskundige Proefschrift merkte onze Belgische collega op dat het wel apart is om te zien dat in proefschriften op basis van artikelen, de promotor bij meer dan 1 artikel wordt vermeld als coauteur. Het is toch van tweeën een: Ofwel de promotor heeft een essentiële bijdrage geleverd aan die twee kernartikelen en dan is hij geen promotor, ofwel hij heeft geen essentiële bijdrage geleverd en dan heeft de vermelding als coauteur een wat bedenkelijke functie…